Hier rust de chaveer, de heer Ze’ev, zoon van onze leraar en rabbijn, de heer David Eli’ezer Bialoglovski. Jom Kippoer 5661 - 12 Marchesjwan 5739. Tora (of: onderwijzing), vreze en fatsoen schoten op uit één halm (1) bij hem. Bekend in de poorten de grootsheid van zijn gerechtigheid, geleerdheid en bescheidenheid. Hij leerde en onderrichtte en hield zich bezig met wat het publiek nodig had in getrouwheid. Hij hield van de mensen en sprak ieder mens vrij (of: verklaarde iedereen onschuldig). Hij herbergde gasten en verdeelde zijn geld onder de arme en ellendige. Hij voedde zijn huis op tot de Tora en de geboden. Moge zijn loon volledig zijn. Ook is deze grafsteen getuige ter herinnering aan de ziel van zijn moeder, de rechtvaardige vrouw mevrouw Channa, dochter van onze leraar en rabbijn, de heer Nathan Ja’akov van het huis Wreschner, de Eeuwige wreke haar bloed (2). T.N.Ts.B.H. |