Kroost van Jitschak (1) (2)
Dit is de gedenksteen op het graf van (3)
onze heer onze leraar onze rabbijn
hoofd van het rabbinale gerechtshof en rabbijn en leraar van onze gemeente
wiens naam in Israel bekend is (4)
onder de naam de Gaon [grote geleerde], de rechtvaardige, de vrome,
onze leraar de rabbijn rabbi Aharon Moshe Yitschak zoon van
Avraham het aandenken aan een rechtschapene en heilige zij tot zegen, hoeder van kleinvee (5) van
de Gemeente van Jeshurun (6)
trots en hoogmoed wierp hij ver van zich af, bescheiden in zijn gang (7) slechts voor het geloof spande hij zich in op aarde
om het volk van God te onderwijzen de weg waarop licht zal wonen (8) om hun harten alledagen te doen nijgen tot godvrezendheid en ten aanhore van hen ethiek bloot te leggen [=te onderwijzen] (9)
Zo richtte hij een getuigenis op onder Ya’acov en vestigde Torah onder Israel (10),
Zelfs als dit gedenkteken zijn stoffelijke resten zal bedekken,
zal zijn liefde vast in onze harten blijven, want
onder de kroost van Yitschak (1) (2) zal zijn zon en het licht van zijn wijsheid en zijn leer voor eeuwig in de wereld licht geven.
En u mensenkind die voorbij komt, sta stil! en laat uw oog
een traan laten want in de aarde is geworpen de pracht van
Israel (11) ach! over het lijk met de passer van God geschetst (12)
God zei om in duister te wonen (13), is een vrome verloren van
de aarde (14) en is er niet meer want God nam hem (15)
om te aanschouwen
de lieflijkheid van God en steeds zijn heiligdom te mogen bezoeken (16): Hij ging
naar het Eeuwige Leven op dinsdag de eerste dag van het Nieuwemaansfeest van Adar II
en werd begraven op donderdag 2 Adar II
van het jaar 5567
T.N.Ts.B.H. (17)