Hij was een zoon van (178)351422 en (178) 351322, en neef van (178)351102.
Zijn ouders bewoonden vóór zijn geboorte tijdelijk de kosterswoning in Appingedam. In Joden in Noord-Oost Groningen (Stichting Vrienden van het Rijksarchief in Groningen) worden op p. 146 "de moeilijkheden omstandigheden" beschreven "waaronder de bewoners der kosterswoning annex badhuis hun arbeid moesten verrichten". "Marcus Hijman Rozema, slager, en zijn vrouw Mietje de Vries, die in 1866 tegen een huur van f 98 de taak overnamen, hielden het niet langer dan 3 jaar vol."
Zijn ouders hadden 7 kinderen. Hun eerste kindje, zijn zusje Rachelina, was al een jaar voor zijn geboorte overleden. Zijn broer Aron is op 09-02-1928 overleden in Appingedam, en zijn zussen Brune, Geertje, Rachelina en Lea zijn in de Shoah omgekomen.
Lea, Geertje, Rachelina en haar echtgenoot die allen werkzaam waren in het Apeldoornsche Bosch, zijn op 12-02-1943 in Auschwitz vermoord vermoord. Brune is met haar echtgenoot Marcus Drukker en dochter Mietje op 07-09-1942 in Auschwitz vermoord; hun zoon Simon is op 18-08-1942 ook in Auschwitz vermoord en hun zoon Arnold is op 09-07-1943 vermoord in Sobibor.
|