Echtgenoot van [Groningen (Moesstraat)] (300)1-38
Bron: Burgerlijke Stand - HuwelijkGemeente: Franeker Datum: 01-12-1833 Aktenr: 0037 Bruidegom: Abraham Heimans Sanders, koopman Leeftijd: 28 jaar Geboorteplaats: Winschoten Woonplaats: Dockum Bruid: Judikje van der Woude, winkeliersche Leeftijd: 23 jaar Geboorteplaats: Wolvega Woonplaats: Wolvega Vader bruidegom: Heiman Sanders, koopman te Veendam Moeder bruidegom: Judek Benjamins, woonachtig te Veendam Vader bruid: Benjamin Jacobs van der Woude, slagter te Wolvega Moeder bruid: Sibylla Mozes, woonachtig te Wolvega
https://www.dutchjewry.org/genealogy/ndbcore/8244.shtml Het echtpaar had zeven kinderen, van wie er drie in Harlingen zijn geboren.
Nadere bijzonderheden: Bron - Huwelijkse Bijlagen (image 2033 uit 3056) Gemeente: Franeker Hierbij wordt een extract uit het Besnijdenisregister van Benjamin Hartogs van Biema gebruikt om de geboortedatum te bepalen van Abraham, zoon van Heiman Sanders en Judek Benjamins: 04-03-1805.
Bron: Registraties vóór 1811 - Besnijdenisregister van Benjamin Hartogs van Biema 1786-1813 Gemeente: Winschoten Datum: 04-03-1805 Kind: Abraham Vader: Heiman Sanders Sanders "detailweergave akte is interpretatie van vertaling: 4 Adar II 5565 te Winschoten: Abraham zoon van Chaiim"
Over zijn vader Heiman Sanders en het gezin waaruit hij voortkwam, staat het volgende in De Joodse Gemeenschap in Winschoten en Omgeving 1683 tot 1964 van E.P. Boon en J.J.M. Lettinck op p. 41: "Ook Heiman Sanders Sanders kwam nog in de achttiende eeuw naar Winschoten. Hij had tot 1798 in Veendam gewoond, waarheen hij overigens in 1817 al weer terugkeerde. De aanslag van acht francs die de Joodse autoriteiten hem oplegden wijst op inkomsten die iets boven het gemiddelde lagen, maar hij was vader van een groot gezin en de lasten daarvan drukten zwaar. Voor alle kinderen was bijvoorbeeld schoolgeld verschuldigd, zowel op de gewone school als op de Joodse godsdienstschool. Hij stuurde zijn kroost naar beide scholen en voelde zich daardoor dubbel belast. Konden zijn zonen en dochters geen Hebreeuwse les krijgen op op de gewone lagere school, vroeg hij het gemeentebestuur. Hebreeuws was nu eenmaal hun 'moedertaal', dat moesten ze wel leren, maar als ze alle lessen op de algemene school konden volgen scheelde hem dat schoolgeld." |