ligt verborgen een rechtvaardig en onberispelijk man, hij wandelde
op wegen van rechtschapenheid al zijn levensdagen,
de heer Mosje Lubliner,
hij werd bij naam geroepen en [bij zijn voorouders] gevoegd op de vooravond van de heilige Sjabbat,
hij kwam tot rust en tot dit graf op 27
Eloel, hij ging op naar G*d
bij het klinken van de sjofar, in het jaar
5433
"laat de aarde juichen om het wonder"
T'N'Ts'B'H'
het jaartal zit verstopt in twee woorden uit Psalm 97:1 aangevuld met een derde woord; het geheel hierboven vertaald in de regel onder het jaartal
dit is de meest rechtse van drie liggende zerken, met elkaar verbonden door de woorden סוף אדם למות : "het einde van de mens is te sterven"
Dit is één van drie liggende stenen. Deze drie personen, familie van elkaar, zijn in eerste instantie begraven in Amsterdam, omdat de begraafplaats te Muiderberg niet bereikbaar door de Franse inval in dat jaar. Later zijn zeker 93 overledenen alsnog naar Muiderberg overgebracht. Zie hiervoor: Jelka Kröger, "Het eerste begraafregister van Muiderberg" in: Gids voor onderzoek naar de geschiedenis van de joden in Nederland (red. J. Bethlehem, F. Hiegentlich en F.J. Hoogewoud), Amsterdam, 2000, blz. 198-199.