Het Stenen Archief - Alleen afgerond onderzoek

13580

(217)a-6
4
Neuman
Leon
Yehuda z.v. Josef Moshe
Louisa Meijer
Circa 1780
Sieburg (Duitsland)
17-11-1851
22 Cheshvan 5612
Roermond
Roermond (oud)
19-11-1851// 24 Cheshvan 5612
עדה המצבה ועד הגל הזה
על ישרת לב
פ״נ
האיש הישר והנדיב הולך
תמים ופועל צדק הנקרא
כ״מ יהודה ב״ר יוסף משה ז״ל
שהלך לעולמו ביום ב׳ כ״ב חשון
ונקבר ביום ד׳ לחדש הנזכר
שנת תרי״ב לפ״ק
ת נ צ ב ה
'ע' כ' מ' ע' י' א
ע'כ'מ'ע'י'א' = עם כל מתי עמך ישראל אמן 
Als getuige is de opgerichte steen en als getuige is deze steenhoop ten aanzien van een rechtschapen hart. 
Hier Rust
De rechtschapen en vrijgevige man, die ingetogen ging  en rechtvaardigheid pleegde, die werd genoemd de heer de leraar Yehuda, zoon van de heer Josef Moshe, zijn nagedachtenis zij tot zegen, die naar zijn Eeuwigheid ging op maandag 22 Cheshvan en werd begraven op woensdag van de vermelde maand van het jaar 5612.

T N S B H

Zijn ziel moge gebundeld zijn in de bundels des levens

Met alle doden van Uw volk Israel's, Amen

Familysearch digitaal overlijden Roermond 18-11-1851 nr. 152 image 152 overleden 4 uur in de namiddag.

 

Overlijdensakte Neuman, Leon, 17-11-1851
Soort akte: Overlijdensakte
Aktenummer: 152
Aktedatum: 18-11-1851
Gemeente: Roermond
Overlijdensdatum: 17-11-1851
Overlijdensplaats: Roermond
Overledene: Neuman, Leon
Voornaam: Leon
Achternaam: Neuman
Geboorteplaats: Siegburg (Duitsland)
Leeftijd: 71
Geslacht: m
Partner: Meijer, Louisa
Vader: NN, NN
Moeder: NN, NN
Toegangsnummer: 12.089 Burgerlijke Stand in Limburg: Roermond, 1796-1942
Inventarisnummer: 97 (Aanvragen (verzoek tot inzage op de studiezaal)  )
Organisatie: Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL)

Echtgenoot van (217)a-4 en vader van (176)b-05.

 

Aanvullende details: website Dodenakkers.nl

 

Oprichting van een synagoge in Linne

Sommige joden in Linne doen al snel van zich spreken. Een van hen is Leon Neuman.
Hij koopt in februari 1828 een stuk heidegrond en in augustus van dat jaar een huis met tuin gelegen aan de Grotestraat. In 1831 behoort hij tot de stemgerechtigden der gemeente, wat er op duidt dat hij belasting betaalt en een zekere welstand bezit.
In 1828 doet Neuman een verzoek bij de Hoofdcommissie tot de zaken der Israëlieten in Den Haag om een synagoge te mogen oprichten in Linne. In zijn verzoek geeft hij hoog op over de Joodse gemeente in Linne. Die bestaat na de komst van het gezin van Neuman nu uit 33 zielen. De commissie vraagt advies aan de Joodse gemeente in Roermond waaronder Linne valt. Die reageert negatief en omschrijft Linne met 662 zielen als
een uiterst armzalig dorp waar de 33 joden geen uitzondering in vormen, afgezien dan van Neuman zelf. Het zou in Linne vooral gaan om landlopers. Het bijwonen van de diensten in Roermond moet voor hen geen bezwaar zijn omdat de synagoge op slechts een uur lopen ligt. Daarnaast zou het oprichten van een synagoge voor Roermond betekenen dat men zelf niet talrijk genoeg meer zou zijn. De hele joodse gemeente
in Roermond telt in die tijd zo'n 130 personen.
In augustus 1828 besluit de Hoofdcommissie het verzoek van Neuman af te wijzen.
Dit weerhoudt Neuman er niet van om in zijn huis een avonddienst te houden.
Door de burgemeester van Linne wordt hierop proces-verbaal opgemaakt.
Neuman richt zich daarop tot de hoofdsynagoge in Maastricht met de klacht dat de Grafmonument Mozes Hertog kerkmeester in Roermond hem alleen op kosten jaagt en hem om het minste of geringste laat vervolgen. In 1832 staakte Neuman zijn pogingen en verhuisde hij terug naar Roermond. Hij overleed in 1851 in Roermond, zonder bezittingen na te laten. In juli 1873 doet Mozes Hertog, koopman te Linne, het verzoek bij Gedeputeerde Staten van Limburg om te mogen komen tot de aanleg van een eigen kerkhof. In 1871 was een van zijn zonen begraven op het Joodse kerkhof
van Roermond, waarschijnlijk het nieuwe! Niet lang daarna was het door de burgemeester van Roermond verboden om overledenen van buiten die gemeente te begraven op de genoemde begraafplaats. Hertog richtte zijn verzoek uit geloofsoverwegingen.
Met een eigen begraafplaats zouden "geene onaangenaamheden of krenking van de godsdienstige gevoelens voorvallen". De gemeente Linne verklaarde zich bereid een perceel op de nieuwe begraafplaats (sic) te reserveren voor het begraven van de Joden, wanneer de Joodse gemeente te Roermond daartoe een verzoek zou indienen.
Met het vertrek van het gezin Hertog in 1888 naar Roermond komt er een eind aan de aanwezigheid van Joden in Linne. In 1889 wordt Mozes Hertog begraven op de nieuwe Joodse begraafplaats van Roermond. Zijn vrouw Rosa overlijdt in 1903 en wordt eveneens in Roermond begraven.

2018/08/19
bnnch