HIER RUST

ABRAHAM DE BEER

ECHTGENOOT VAN 

BERTHA KLOK

GEB. 30 SJEWAT 5656

OVERL. 21 ADAR II 5700

H.R.I.V.

איש תם אברהם בן ר ישראל

ושם אמו בילא

הלך לעולמו ביום כ"א אדר שני

ת"ש לפ"ק

ת נ צ ב ה 

Een ingetogen man Avraham zoon van de heer Yisraeel

En de naam van zijn moeder was Beile

Hij ging naar zijn Eeuwige Wereld op de dag 21 Adar II

5700

T N Ts B H 

Hij was een zoon van (123)089, kleinzoon van (123)064, (123)065 en [Veendam] (186)0939, broer van (123)117 en neef van (123)080.

Bron: Burgerlijke Stand - Huwelijk

Gemeente: Winschoten

Datum: 17-06-1926

Aktenr: 58

Bruidegom: Abraham de Beer, Slager

Leeftijd: 30 jaar

Geboorte- en woonplaats: Sappemeer

Bruid: Betje Klok

Leeftijd: 21 jaar

Geboorte- en woonplaats: Winschoten

Vader bruidgeom: Israël de Beer, slager te Sappemeer

Moeder bruidegom: Bettje van Delft, wonende te Sappemeer

Vader bruid: Casper Klok, 51 jaar, kleermaker te Winschoten

Moeder bruid: Bertha Siemons, 45 jaar, wonende te Winshoten

https://www.dutchjewry.org/genealogy/ndbcore/4031.shtml

Abraham was de enige jongen in een gezin van vier kinderen,

Zijn vader Israël en zijn zus Grietje zijn in de Shoah omgekomen: https://www.joodsmonument.nl/nl/page/616319/isra%C3%ABl-de-beer

Israël de Beer is op 26-02-1861 in Hoogezand geboren en op 82-jarige leeftijd op 30-04-1943 in Sobibor vermoord. Hij was toen weduwnaar van Bettje van Delft die op 24-01-1930 in Sappemeer was overleden. Zijn laatste adres was Sluiskade 88 in Musselkanaal.

Grietje van den Berg-de Beer en haar kinderen Kaatje (18), Bertha Martha (16) en Abraham Samuel Heiman (9) zijn op 12-10-1942 in Auschwitz vermoord, en haar echtgenoot Heiman van den Berg is daar op 31-01-1943 vermoord.

Verdere bijzonderheden

Bron: De Joodse Gemeenschappen in Hoogezand-Sappemeer,Slochteren, Noord- en Zuidbroek en  omliggendedorpen 1724-1950, van E.P. Boon en J.J.M. Lettinck

p. 102: "Zo werd ons verteld dat Israël de Beer, die in Sappemeer ook wel Roli(e) genoemd werd, tot 1926, het jaar waarin zijn zoon Abraham trouwde, een slagerij had in de Stationsstraat. Daarna ging hij rentenieren. Zijn jongste dochter deed tot haar huwelijk het huishouden voor hem. Israël hield zich streng aan de Joodse wet: hij verkocht geen varkensvlees en op sabbat ging de winkel dicht. Op vrijdag werd het hakblok in de slagerij afgekrabd en vervolgens afgedekt met een wit servet. Direct na afloop van de sabbat, op zaterdagavond, slachtte Israël weer. Zij zoon Abraham werd ook slager. Hij was vrijer in de leer en hij verkocht wel varkensvlees."