Israël de Beer is op 30-04-1943 in Sobibor vermoord.

Grietje van Delft-de Beer is op 20-03-1943 in Sobibor vermoord en haar zoon Simon op 21-05-1943. Haar dochter Margaretha Aptroot-van Delft is op 19-10-1942 in Auschwitz vermoord en haar zoon Abraham op 28-02-1943.

Izaäk de Beer en zijn echtgenote Bertha Hess zijn op 11-12-1942 in Auschwitz vermoord.

Mozes de Beer en zijn echtgenote Henriëtta de Vries zijn op 19-02-1943 in Auschwitz vermoord.

Verdere bijzonderheden  Bron: De Joodse Gemeenschappen in Hoogezand-Sappemeer,Slochteren, Noord- en Zuidbroek en  omliggende dorpen 1724-1950, van E.P. Boon en J.J.M. Lettinck

p 91: "Meer en meer ging men venten met met een hondenkar. Van sommige slagers is bekend dat ze karhonden hadden: Simon de Beer uit Sappemeer bijvoorbeeld had er één en Heiman Aptroot uit Martenshoek ook."

p. 97-98: "Hoe was de levensstandaard van deze slagers? Van sommigen weten we dat ze personeel hadden. Simon de Beer, Levie van der Hak en Meijer Levie uit Sappemeer meldden in 1889 alle drie dat ze twee volwassen knechten in dienst hadden. Dat lijkt te wijzen op enige welstand; de zaken gingen zo goed dat de slagers personeel nodig hadden om het werk klaar te krijgen. Toch kregen deze slagers alle drie geringe aanslagen in de Hoofdelijke Omslagen van de gemeente Sappemeer. In 1889 schatte men hun inkomen tussen de f 600 en f 700. Ze werden in de laagste belanstingklasse aangeslagen. Anderszijds was Simon de Beer in 1896 in staat grond bij zijn huis aan de Stationsstraat van de gemeente te kopen.voor f 316.67, hetgeen ongeveer de helft van zijn jaarinkomen was." 

p. 141: "Israël de Beer schonk zijn bruid op 4 mei 1893 een gebedenboek. Voorin werden alle gestorven familieleden herdacht. De Hebreeuwse tekst betekent: HERINNERING voor ons en onze kinderen voor altijd aan mijn vader en leraar., de heer Sjemaja, zoon van de heer Jisrael, en de naam van zijn moeder was Sara, die naar het eeuwige leven ging op maandag, twee dagen in de maand Nisan van het haar (5)659 (1899) TNSBH (moge zijn ziel gebonden zijn in de band van het leven). Dit werd ter herdenking van Simon de Beer geschreven, die in maart 1899 overleed. Bijna een jaar na het overlijden van Martha Elberg, Simons vrouw., die in 1911 stierf, werd zij ter gelegenheid van de naderende herdenking van haar overlijden, eveneens in het gebedenboek herdacht. Bertha de Beer-van Delft was de bruid die het gebedenboek cadeau gekregen had, de vrouw van Israël de Beer. Zij stierf in januari 1930. Israël werd vanuit Musselkanaal, waar hij bij zijn jongste dochter inwoonde, gedeporteerd."